Last onder dwangsom deels vernietigd – Ruimtelijk geschil in Haarlemmermeer

✍️ Inleiding 

In handhavingsprocedures is een zorgvuldige juridische onderbouwing essentieel. In deze zaak over een perceel in Haarlemmermeer oordeelde de rechtbank dat de gemeente Haarlemmermeer ten onrechte een last onder dwangsom had opgelegd vanwege een onjuiste toepassing van het vergunningsrecht. Het vonnis laat zien dat bezwaar en beroep loont wanneer gemeenten onzorgvuldig optreden.


De kern van de zaak

Op 15 september 2023 kregen de eigenaren van een perceel in Haarlemmermeer een last onder dwangsom opgelegd van € 22.500,-. De gemeente stelde dat zij zonder vergunning hadden gebouwd en gebruik maakten van gronden in strijd met het bestemmingsplan. De eigenaren gingen in beroep.


Beoordeling door de rechtbank

Uitspraak: Rechtbank Noord-Holland
Zaaknummers: HAA 24/411 en HAA 24/412
Datum: 26 maart 2024

De rechtbank kwam tot het volgende oordeel:

1. Verkeerde toetsing aan de Wabo

De gemeente handhaafde op basis van artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo (bouwen zonder vergunning).
🔹 De rechtbank oordeelde echter dat de bouwwerken vergunningsvrij waren volgens artikel 3 van Bijlage II van het Bor.
🔹 De handhaving op dit punt was dus onterecht.

2. Wel strijdig gebruik met bestemmingsplan

Er stond meer dan 75 m² aan bouwwerken buiten het bouwvlak, wat in strijd was met de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Midden / Park21.
🔹 De gemeente mocht hierop wél handhaven onder artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo.

3. Dwangsom was disproportioneel

De gemeente legde een dwangsom op van € 22.500,-.
🔹 Volgens de rechter was dit bedrag onredelijk hoog, gezien het ging om eenvoudige houten bouwwerken en een kas.
🔹 De dwangsom werd daarom verlaagd naar € 11.250,-.

4. Overgangsrecht niet voldoende onderbouwd

De eigenaren voerden aan dat de bouwwerken al lang aanwezig waren en onder het overgangsrecht vielen.
🔹 De rechtbank oordeelde dat zij dit niet konden bewijzen, waardoor dit verweer werd verworpen.


Uitkomst van de zaak

  • Beroep gegrond verklaard

  • Deel van de handhaving vernietigd

  • Dwangsom gehalveerd naar € 11.250,-

  • Proceskostenvergoeding toegekend aan de eigenaren


Waarom is deze uitspraak belangrijk?

  • Vergunningsvrije bouwwerken vereisen zorgvuldige beoordeling
    Gemeenten mogen niet zomaar uitgaan van vergunningplicht als dat juridisch niet klopt.

  • Dwangsommen moeten evenredig zijn
    De hoogte van een dwangsom moet in verhouding staan tot de overtreding.

  • Overgangsrecht moet aantoonbaar zijn
    Zonder bewijzen kan niet worden aangenomen dat oudere bouwwerken legaal zijn.

  • Fouten in handhaving kunnen leiden tot vernietiging van besluiten
    Een onjuiste juridische onderbouwing kan een besluit fataal maken.


Handhaving onder de Omgevingswet

Sinds 1 januari 2024 gelden nieuwe regels onder de Omgevingswet:

  • Vergunningsvrije regels zijn nu onderdeel van het Omgevingsplan

  • Handhavingsbesluiten moeten voldoen aan het evenredigheidsbeginsel

  • Gemeenten kunnen vaker gebruik maken van maatwerk via de BOPA

  • Een correct juridisch kader en motivering zijn nog belangrijker geworden


Wat kunt u hiervan leren?

✔ Controleer altijd of uw bouwwerk vergunningsvrij is
✔ Een te hoge dwangsom is juridisch aanvechtbaar
✔ Beroep op overgangsrecht vereist bewijsstukken
✔ Onder de Omgevingswet is meer ruimte voor maatwerk, zoals via een BOPA


Onze visie bij MIJ-advies

Bij MIJ-advies zien wij regelmatig dat gemeenten te snel of onzorgvuldig handhaven. Deze uitspraak laat zien dat bezwaar en beroep effectief kunnen zijn. Door scherp te kijken naar het juridisch kader en de proportionaliteit van de maatregelen, kunnen besluiten worden bijgesteld of zelfs vernietigd.


📩 Heeft u een handhavingsbesluit ontvangen?

Wordt er tegen u gehandhaafd wegens strijd met het omgevingsplan of vergunningplicht?
Neem dan contact op met MIJ-advies. Wij bekijken of het besluit juridisch standhoudt en adviseren u over bezwaar en verdere stappen.