De datum voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet staat gepland op 1 januari 2022. Deze datum werd door minister Ollongren (inmiddels demissionair) eerder al een jaar vooruit geschoven. Vanwege de coronamaatregelen bleek het te ingewikkeld voor overheden om voldoende ervaring op te doen met het testen van het digitale stelsel (DSO), een cruciaal onderdeel voor de dienstverlening in de nieuwe wetgeving. Maar het ziet er naar uit dat de invoeringsdatum wederom wankelt. In werkelijkheid speelt corona natuurlijk maar slechts een marginale rol bij de vertraging van de wet. Het grote struikelblok is het ICT-systeem waar alle betrokken instanties op aangesloten dienen te worden. De Omgevingswet moet een einde maken aan de stroperige bureaucratie waar burgers en bedrijven nu nog tegenaan lopen bij het aanvragen van vergunningen. Wie thuis een dakkapel wil laten bouwen of van plan is een boom te kappen in de tuin, kan dat straks zelf regelen. Iedereen moet vanachter de computer eenvoudig kunnen zien wat er in zijn of haar buurt allemaal mogelijk is. Gemeenten krijgen meer vrijheid om lokaal de normen te versoepelen. En, niet onbelangrijk: burgers moeten met de Omgevingswet binnen acht weken duidelijkheid krijgen over een vergunningsaanvraag. Die termijn kan nu nog oplopen tot een half jaar.
DSO (digitaal stelsel omgevingswet)
Vooral in de Eerste Kamer bestaan zorgen over de haalbaarheid van de invoeringsdatum omdat eerst aan een aantal randvoorwaarden moest worden voldaan voordat de wet van kracht kan worden. Die gaan vooral over de werking van het DSO, bijvoorbeeld of elke gemeente of provincie straks in staat is om een aanvraag of melding van een burger of bedrijf vanuit de landelijke voorziening van het DSO te ontvangen en af te handelen. Ook moeten overheden hun omgevingsplan kunnen aanpassen aan de nieuwe wet, om vertragingen bij ruimtelijke plannen te vermijden.
Alternatieven
Ollongren stelde in een brief aan de Kamer vorige maand dat ze nadenkt over tijdelijke alternatieven als andere voorwaarden niet worden gehaald, zoals de eis dat alle provincies en het rijk een vastgestelde omgevingsvisie hebben, dat provincies een omgevingsverordening hebben vastgesteld en gepubliceerd in het DSO en dat alle decentrale overheden kunnen werken met het projectbesluit.
Te vroeg
In een gezamenlijke verklaring zeggen de verschillende partijen dat het nu nog te vroeg is om hier een beslissing over te nemen. ‘De komende weken worden gebruikt om meer zekerheid te krijgen over de impact en effecten van deze tijdelijke maatregelen. Dit gebeurt in nauw overleg met overheden en de bestuurlijke partners.’
Eerste Kamer
In een overleg op 11 mei spreekt de Eerste Kamer opnieuw over de Omgevingswet. De komende dagen komt Ollongren nog met een Kamerbrief waarin ze de conclusies uit dit overleg nader zal toelichten.
Conclusie Mij advies
Mij advies concludeert dat het project er op papier mooi uitziet: burgers en bedrijven die dankzij de Omgevingswet snel aan vergunningen kunnen komen. In de wandelgangen aangekondigd als ‘de grootste wetgevingsoperatie na de vernieuwing van de Grondwet in 1848’ ooit. Maar helaas moet geconstateerd worden dat deze ambitie wankelt onder financiele en ICT-problemen. Waar hebben we dat vaker gezien!